Rob's familiegeschiedenis
Opmerkingen en/of vragen: E-mail naar Rob van het Groenewoud
[ Amersfoortse periode | Amsterdamse periode Oude stad | Leidsebuurt | Schinkelbuurt ]
Amsterdam
Jan van het Groenewoud, mijn overgrootvader, geboren in 1834 in Amersfoort, begint zijn Amsterdamse periode als inwonend apothekersbediende in de Kalverstraat 51. Hij trouwt na enkele jaren met de Amsterdamse Maria Helena Melchers.
Het gezin krijgt 11 kinderen, waarvan er 9 volwassen worden. In 1892, toen nog buiten Amsterdam, onder de rook van het gloednieuwe gemeentehuis van Nieuwer Amstel, overlijdt hij op 57-jarige leeftijd in de Hoedemakersstraat 110 (= nu: Van Ostadestraat). Hij is dan 'opgeklommen' tot kruier. De oudste zoon, Daniel, wordt diamantsijper en beoefent daarmee een beroep waarmee hij zich nogal buiten de familie plaatst. De meeste andere jongens brengen het niet verder dan koetsier. Ook de Haagse oom van mijn vader, bij overlevering een 'echte Haagse meneer' met hoed en wandelstok, die af en toe op visite kwam, bleek later ook koetsier te zijn. De meisjes uit het gezin zijn zoals velen uit hun klasse gedurende de periode tot hun huwelijk dienstbode.
Mijn grootvader, Jan Hendrik van het Groenewoud, geboren in 1865 op de Zeedijk, de tweede zoon uit het gezin, trouwt in 1890 met Anna Elizabeth Bolhoven. Ze betrekken na wat omzwervingen door de stad een woning in de Leidsebuurt, waar het gezin lange tijd blijft wonen. Hij heeft als koetsier o.a gereden op de paardetram van de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij en later bij de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij. Daarnaast heeft hij volgens de overlevering ook de koningin (Wilhelmina, grootmoeder van Beatrix) nog gereden.