Joods Amsterdam

[ Mokum | Godsdienstvrijheid | Joodse gemeente(n) | Zelfbestuur | Arbeid | Boekdrukken | 'Het vak' ]

Mokum

Tussen 1600 en 1750 hebben zich naar schatting 10.000 asjkenazische joden als vluchteling in Nederland gevestigd.
Tijdens en na de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) trokken veel Duitse en Boheemse joden weg, zowel in oostelijke, alsook voor het eerst in grote getalen in westelijke richting. Na de terreur in de Oekraine (1648-1650) en opnieuw na de Zweeds-Poolse oorlog (1655-1660), trok een nieuwe golf emigranten uit Polen en Litouwen in westelijke richting. Tussen 1750 en 1800 kwamen daar nog eens 10.000 nieuwe joodse Nederlanders bij.
Tezamen met de sefardische joden die al eerder uit Spanje en Portugal naar de Nederlanden waren gekomen, vormde de Joodse Natie zoals ze destijds werd genoemd bij de volkstelling van 1796 in de Bataafse Republiek ongeveer 30.000 personen, waarvan 2/3 zich in Amsterdam vestigde in de nieuwe oostelijke stadsuitbreiding, aanvankelijk bedoeld voor scheepsbouw: de eilanden Vlooyenburg, Uilenburg, Marken en Rapenburg. Het percentage joden in Amsterdam was hiermee op 10,5 % gekomen en in heel Nederland op 1,5 %. Tot 1940 bleven deze percentages vrijwel constant, onafhankelijk van de bevolkingsgroei. Zo nam de Amsterdamse bevolking toe van 200.000 inwoners in 1800 tot 700.000 in 1940.

Naar Rob's genealogie pagina's